Mijn eerste kennismaking met Slovenié was met
de clubtrip in september vorig jaar. Na een paar
dagen wist ik het toen al. Hier kom ik vast wel
weer terug. 25 mei des morgens om zeven uur was
het zover. Met de caravan en in gezelschap van
visvriend Arie 'en route'. 1200 km.is wel een
heel eind, maar met een beetje doorkachelen kwamen
we de eerste dag al aardig in de buurt en de volgende
dag om half twee op de camping. Wat een weelde!
De caravan stond op nog geen tien meter van de
oever van de Sava Bohinjka in een verschrikkelijk
mooi landschap en qua natuurschoon was het elke
dag weer genieten.
Maar ja we kwamen om te vissen en dus eerst zorgen
voor de benodigde vergunning. Daar wachtte ons
een tegenvaller.Was het in september nog zo dat
vanaf de ingang van het Meer van Bohinj tot vlak
bij Bled met één en dezelfde vergunning gevist
kon worden, nu was het Meer één deel en de rivier
gesplits in twee delen.Het laten vissen is daar
big-business. Ook de controle is heel intensief
en gebeurt je soms wel drie keer op een dag. Zo
stonden we eens in het midden van de rivier en
aan de overkant van de diepe, zeer snel stromende
geul de controleur. We konden slechts bij elkaar
komen via een brug een eind verderop.
Hij gebaarde ons echter de kaarten omhoog te
houden en met de verrekijker werd toen de geldigheid
vastgesteld. Je moet er maar opkomen. Er werd
in die drie weken door ons veel en ook grote vis
gevangen. Het meest door Arie, maar die had zich
dan ook op het vissen beter voorbereid dan ik.
Voor mij is ook het randgebeuren van zo'n vakantie
erg belangrijk. Zo heb ik er dus wat vistijd afgesnoept
om ook nog wat van dit schiterrende land te zien.
Leuke voorvallen? Wat te denken dat Arie op een
keer een grote forel ving en in de bek van dat
beest ook nog de vlieg aantrof die hij de dag
ervoor aan hem had verspeeld. Hij bracht de vlieg
dus netjes terug.
Dat er langs de rivier veel bomen staan is bij
het werpen wel lastig en zo gebeurde het dat mijn
vlieg weer eens boven in de takken belandde.Niet
bij te komen.Dan maar een flinke ruk aan de lijn.
Gauw gekeken of de vlieg er nog aan zat. Gelukkig
was dat het geval. Maar aan mijn vlieg zat nog
een tweede, die dus al langer in de de boom had
gezeten.Zo kun je dus ook je vliegendoos aanvullen.
Vaak stonden we bij elkaar in de buurt. Zo ook
die keer dat Arie weer eens een grote stond binnen
te halen. Hij was al een poosje aan het drillen
toen de forel vlak voor mij aan de oppervlakte
verscheen. Ik wist niet wat ik zag, een monster
met aan de zijkant van z'n bek links en rechts
een grote knobbel. Voor ik het goed kon zien was
het beest al weer in de diepte verdwenen.
Even later slaagde Arie er in de vis tot vlak
bij hem te krijgen en zag toen tot zijn spijt
de grote forel er vandoor gaan Wat hem restte
was een forel van ±15 cm, die deerlijk gehavend
was door het gebit van z'n grote broer die hem
meer dan 10 minuten had vastgehouden. Voor deze
dus geen survival. Dat is dus ook die mooie natuur:
eten en gegeten worden. En tot slot de "Hatch".
Dat moet je als vliegvisser toch minstens één
keer hebben meegemaakt. Wij zorgden ervoor 's
avonds om half negen in het water te staan en
omstreeks kwart voor negen begon het water te
leven. Honderden, ja misschien wel duizenden larven
verkozen hun tijdelijk onderkomen te verlaten
om eindelijk te gaan vliegen en zorgen voor het
nageslacht.
Maar in die korte spanne tijds tussen de bodem
en de ontplooing tot vlieg zijn ze het meest kwetsbaar
voor hun vijand: de vis. Die kwamen in grote getale
in actie en het water begon dan te kolken. Overal
zagen we forellen uit het water springen, om al
happend en snappend hun buik vol te vreten. De
overvloed aan voedsel is dan zo groot dat jouw
vlieg weinig kans maakt gepakt te worden. Eerst
als het weer wat rustiger werd had je kans nog
wat binnen te halen. Maar wat een belevenis! Aan
alles komt echter een einde, dus ook aan deze
drie weken. Maar met een geheugen vol leuke en
fijne herinneringen weer huiswaarts. Volgens Arie
De vakantie van z'n leven. Tenminste wat vissen
betreft.
|