Vliegvissen in Slovenie 2001  
   
 

Vliegvissen in Slovenië
Ik word wakker door een vreselijk gepiep. Ik realiseer me plotseling dat het m’n wekker is en dat het zaterdag 20 september is! Na bijna een jaar van voorbereiden vertrekken we zo dadelijk richting Slovenië. Met veertien man van vliegvisafdeling “De Mug” (van de Haarlemse Hengelsportvereniging) gaan we ruim een week vliegvissen in de Sava, één van de mooiste forelrivieren van Europa. In vijf auto’s rijden we vandaag linea recta naar Bohinj, de streek waar ons pension staat, zo’n slordige 1200 kilometer vanaf Haarlem. Slovenië is het meest noordelijke land van het voormalige Joegoslavië en grenst onder andere aan Oostenrijk en Italië. De route erheen loopt ook door Oostenrijk. Bohinj, het deel van Slovenië waar we verblijven is qua landschap te vergelijken met de hooggebergtes van Oostenrijk, maar dan ruiger en oorspronkelijker. De rivieren zijn kalksteenrivieren en stromen op de meeste plaatsen door beddingen van witte stenen. Het water kleurt onder meer door dat gesteente op veel plaatsen prachtig groenblauw. De reis voorloopt voorspoedig. Met mobiele telefoons hebben we onderweg contact met de andere auto’s. We zijn om halfvijf vanochtend gaan rijden. Zonder noemenswaardige problemen bereiken we de grens. Steven blijkt geen paspoort te hebben, alleen een toeristenkaart. Maar die is niet geldig voor Slovenië. Dus even zitten we in de rats. Maar de controle stelt niet veel voor en met een diepe zucht van opluchting rijden we het land binnen. Door een wonderschoon landschap van bergen en bossen bereiken we onze bestemming. Bohinj, een streek die voor een groot deel nationaal park is en waar nog beren en wolven voorkomen.. en waar de afgelopen dertig tot veertig jaar nauwelijks iets veranderd is. En zo lang komen mijn broer en ik hier al.
Het is halfvier in de middag als we in ons pension aankomen. Binnen ruim een uur komen ook de andere auto’s één voor één over het hobbelige pad aanrijden. Iedereen is veilig ter plekke. Dus de kamers inruimen, een goeie borrel en aan tafel…, maar eerst natuurlijk even naar het begin van de rivier lopen. Vlakbij ontspringt de Sava, hoog in de bergen. Hier, achter ons pension mogen we niet vissen in de rivier, het is een reservaat. Maar mooi… Het water heeft die onbeschrijfelijke blauwgroene kleur. De rotsen eromheen donker, wat nevel boven het water. In het glasheldere water (je ziet helemaal geen water) zwemmen enkele mooie forellen. We gaan de volgende ochtend eerst op verkenning. We willen de andere leden van onze ‘expeditie’ de hotspots van de rivier laten zien. Na het eenvoudige, doch voedzame ontbijt rijden we naar de rivier. Langs onze verblijfplaats stroomt de rivier uit in het meer van Bohinj. Fantastisch helder en zeer diep water tussen donkere, hoge bergen. Aan het eind van het vijf kilometer lange meer komt de rivier onder een brug door weer tevoorschijn. Na een paar kronkels verdwijnt hij weer, nu in een diepe kloof. Deze is ongeveer 500 meter lang, je kunt er niet vissen. Het water is er diep en stroomt rustig maar snel tussen hoge rotswanden. Vis zien we genoeg, ook zeer grote exemplaren. Het water is zo helder dat je met gemak meters diep kunt kijken. Behalve beekforel en vlagzalm (tot 50 cm +) komen hier de regenboogforel voor, die zich inmiddels ook op natuurlijke wijze voortplant en de donauzalm. Op verschillende plekken zijn ook kopvoorns te vangen. Verder zijn in deze omgeving nog vier andere rivieren, waarvan de Soca de meest tot de verbeelding sprekende is. Hier komt nog de zogeheten ‘marmorata’ voor, een gemarmerde roofforel die aanzienlijke gewichten kan bereiken. Maar vooral een prachtige vis om te zien. We kunnen meer dan twintig kilometer van de Sava bevissen met onze vergunning. Waar tref je dat nog? Prachtige afwisselende stukken, op de ene plaats stroomt het water door diepe ravijnen, op de volgende zijn mooie stroomversnellingen uitlopend in rustige pools. Dan is er nog een stuk waar het verval zeer groot is, voor de liefhebber van ‘white water’. Keus genoeg, en ondanks dat er veel vissers uit vele landen komen om te vliegvissen is er ruimte genoeg en hoef je niemand tegen te komen. Voor mijn broer en mij is het alsof we nooit zijn weggeweest, voor ons is Bohinj ook een soort ‘thuis’. Als we de belangrijkste stekken hebben laten zien regent het. Toch gaan we vissen, daar zijn we voor gekomen. Die zondagmiddag staan we bijna allemaal op een stuk van de rivier dicht bij elkaar. Even de kunst afkijken, er zijn mensen bij die nog nooit op een rivier hebben gevist. Svend vangt al direct een aantal forelletjes. Ondertussen gaat het steeds harder regenen. Wij krijgen een angstig voorgevoel: het enige waar ik altijd bang voor ben als ik in het buitenland ga vissen in stromend water is veel regen. Daardoor kleurt het water vaak bruin en stijgt het. Kleuren doet het water hier echter nauwelijks, het wordt alleen een beetje melkachtig. Dit wordt veroorzaakt door de kalksteen van het gebergte. En regenen blijft het! De hele dag. Om een uur of vier vinden de meesten het welletjes, door- en doornat gaan we naar ons pension. Er is wel vis gevangen, maar niet om over naar huis te schrijven. Als de laatsten binnenkomen wordt ons voorgevoel bewaarheid: “Het water is zeker een meter gestegen!”, krijgen we te horen. Dat betekent een grote tegenvaller, vissen is dan nog maar nauwelijks mogelijk. De rivier in waden gaat niet, voor je het weet ga je onderuit. Enkelen van ons hebben dat aan den lijve ondervonden. Je leert meteen de kracht van het water niet te onderschatten. De volgende dag lijkt het wat minder met de regen. Iedereen gaat op pad, als je goed zoekt zijn er wel wat plaatsen te vinden waar het water wat rustiger stroomt. In een bocht, achter een omgevallen boom of achter wat rotsblokken. Opnieuw wordt er vis gevangen, maar het begint ook weer te regenen. Dinsdag idem dito. We besluiten om langs het meer te gaan vissen. Maar het water staat zo hoog, dat vissen ook daar vrijwel onmogelijk is. De stemming daalt, het water stijgt. Onvoorstelbaar zoveel water als er door de rivier dondert. Gelukkig stijgt elke avond de stemming ook rap. Na een stevige maaltijd, een goed glas wijn of schnaps worden de ervaringen uitgewisseld tijdens het binden van vliegen. Maar als woensdagochtend het wederom pijpenstelen giet, is voor sommigen de maat vol. Drie man van de groep besluiten huiswaarts te keren. En dat hebben ze geweten… Nog geen uur zaten ze in de auto toen het droog werd. De wolken losten in no-time op en de zon brak door. Laten m’n broer en ik met Steven en Dennis nu net die ochtend naar vrienden in Ljubljana, de hoofdstad van Slovenië, zijn gegaan. We wisten niet hoe snel we weer naar Bohinj moesten komen. Waadpak aan, naar de rivier en vissen. Ook de anderen waren al weer druk aan de gang. En gevangen werd er ook, en nu goed. Natuurlijk stond het water nog hoog, te hoog. Toch kwamen er al snel meer plekken waar te vissen viel. De volgende dag stond er een stralende zon aan de hemel en was het gewoon warm. En, veel belangrijker, het water was behoorlijk gedaald. Die middag hebben we op één plek ons werkelijk klem staan vangen. Iedereen ving vis, sommigen veel, heel veel. Dennis was daarvan een goed voorbeeld. Met de droge vlieg ving hij de ene forel na de andere. Een beetje jaloers geworden -ik ving namelijk niet zo veel- ging ik steeds een beetje dichterbij hem staan. Hij schoof een stukje op. Ik weer een stukje verder. Zo ging dat een tijdje door. Alleen, hij bleef vangen en ik niet. Even kijken naar zijn vlieg, ik had precies dezelfde aan mijn leader. Weer proberen, slechts een enkele aanbeet. Blijkbaar kreeg hij toch een beetje medelijden met me, want hij stopte met vissen en kwam naar me toe voor een praatje. Achteloos legde hij z’n hengel over de schouder, de lijn los bungelend daar achter. “O, wacht even, ik heb er weer één”. Het was ongelofelijk, maar waar Dennis zijn vlieg ook deponeerde, er ging een forel aan hangen. Bij elkaar hebben we enkele honderden forellen gevangen op een stuk rivier van misschien tweehonderd meter lang. Ook de andere dagen bleef het weer goed en het water dalen. Al met al kunnen we terug kijken op een zeer geslaagde week. Veel foto’s zijn er gemaakt en een eerste ’reünie’ hebben we al gehad. Eén van ons heeft zelfs een heuse, zeer professioneel uitziende film gemaakt. Binnenkort zal deze via onze website zijn te zien. Een film over hele leuke groep mensen die één passie delen: vliegvissen.
Ralph Hoogervorst, voorzitter ‘De Mug’.



Info

Slovenië is in zo’n tien tot twaalf uur rijden te bereiken. De afstand is 1200 kilometer. Om binnen te reizen is een paspoort noodzakelijk. De meeste Slovenen spreken Engels, de ouderen alleen wat Duits en verder natuurlijk Sloveens. Het betaalmiddel is de Sloveens Tollar. Je kon altijd vrijwel overal met Duitse marken en guldens betalen, of dat straks kan met de Euro weet ik niet. Maar de kans is groot..

Overnachten

Pensions en hotelletjes zijn veelvuldig aanwezig, de prijzen alleszins redelijk. Voor zo’n zestig gulden per nacht per persoon heb je een kamer met halfpension, dus ook de avondmaaltijd. Voor adressen en prijzen en nog veel meer info kun je deze website bezoeken: www.impel-bohinj.si. Ook zeer veel foldermateriaal is daar te bekijken. Heb je geen internet? Kijk of je via iemand kunt mailen: imperl.bohinj@siol.net.

Vergunningen

Het vissen verschilt in prijs, er zijn catch-and-release vergunningen waarop je dus geen vis mag meenemen. Deze zijn het goedkoopst, ongeveer zestig gulden per dag. De vergunningen waarop je wel vis mag meenemen zijn direct veel duurder. Dan ben je zo’n negentig gulden per dag kwijt. Het is natuurlijk veel geld, maar niet duur als je kijkt naar vergelijkbare rivieren in b.v. Oostenrijk. De vergunningen zijn vaak via pensions te koop, maar ook bij het plaatselijke toeristbureau. Ze zijn op naam en je koopt het gewenste aantal dagen. Je kunt deze gebruiken gedurende het gehele jaar. Dus heb je een dag regen, dan kun je besluiten deze niet te vissen en de dag te bewaren voor een andere keer tijdens je vakantie of dat je het land bezoekt. Moet wel in hetzelfde jaar.

Vissoorten

Beide soorten forel dus, waarbij het in 2001 opviel dat we veel regenbogen vingen en veel minder bruine forel. Tot een aantal jaren geleden was dat anders. Toen ving je hoofdzakelijk de wilde forel. Op de rustiger stukken met een grindbodem komt de vlagzalm veelvuldig voor. Deze bereikt hier respectabele afmetingen. Ik heb ze gevangen van ruim over de vijftig centimeter. Dan komt hier nog de donauzalm voor. Niet in zeer grote aantallen, maar hij wordt tegenwoordig ook gekweekt om het voortbestaan van de soort te garanderen. Ik heb ze helaas nog nooit gevangen, wel gezien. Aan de hengel zal het zijn alsof je een zalm drilt. Ze kunnen meer dan een meter lang worden.

Beste tijd

De beste tijd om naar de Sava te gaan is zoals op de meeste rivieren het voor- of najaar. De maanden april, mei en juni en september zijn de mooiste. Met natuurlijk wat kans op regen. Het kan er ook goed koud zijn, er heerst een bergklimaat. Hoogzomer zijn er behoorlijk wat toeristen, staat het water zeer laag, zijn de forellen uiterst schuw en hebben ze zich teruggetrokken naar de diepere pools. Toch is er ook in de zomer goed te vissen, ik heb dat zeer vaak gedaan. Vooral de avondsprong is dan vaak zeer uitbundig en je kunt in het uurtje schemer veel vangen. Maak je toevallig een hatch mee van één van de insectensoorten die er voorkomen, heb je geluk.

Materiaal

Omdat hier zeer grote regenboog en wilde forellen voorkomen in redelijke aantallen, kun je daar gericht op vissen. In de diepere pools ben je dan het best uit met een 7/8 hengel met een drijvende lijn met zinkende tip. De grote vissen zitten diep. Gebruik een streamertje. Op de ondiepere stukken vis je met een 4/5je. Drijvende lijn en een nimf of droge vlieg. Zorg dat de leader lang genoeg is, op sommige stukken is het water diep.

Vliegen

Natuurlijk moet je zelf ter plekke bekijken wat goede vliegen zijn als je aan het water staat. Maar een handvol aanwijzingen hierbij: caddis zwart, deer hair caddis, bruine spinners, steenvliegen, vele soorten nimfen, CDC-vliegen, vooral zwart, streamertjes. Specifiek is een kleine gele vlieg, gebonden als een caddisvlieg met geel hertenhaar op een haakmaatje 12 – 16.

Bohinj

De streek Bohinj (spreek uit boggin) is fantastisch mooi en ook zeer geschikt voor gezinsvakanties. Er is zeer veel te doen, alle soorten bergsporten die je maar kunt bedenken, maar ook rustiger activiteiten. Het gebied wordt veel bezocht door wandelaars. Er zijn hier zelfs een aantal wintersportgebieden.

Voor meer informatie kun je mailen naar ralphhoogervorst@planet.nl.


Terug naar 'uit den oude doos'

 
Webdesign door Computer Aided Visuals bv