Three in Norway (by the one of them)
deel 3
Slechts één tegenslag
Nu gaat het dan toch echt gebeuren.
Het is dinsdagavond 26 juli en zijn zojuist afgezet
op Schiphol met wat tassen en een enorme hoeveelheid
zin.
Na het inchecken zoeken we twee heerlijke single
malts uit in de whiskyshop, we drinken nog een
extra cold beer en proosten op de goede afloop
voor we die grote ijzeren vogel instappen. Als
we twee uur later landen op Gardermoen worden
we geconfronteerd met een tegenslag: Alle tassen
liggen op de band (zelfs die XXXL tas van Hans)
behalve de tas van Steven. Telleurstelling veranderd
in lichte irritatie wanneer deze drie kwartier
later er nog steeds niet is.
Dan komen er plotseling toch nog een paar tassen
van de lopende band waaronder de goede. Zelden
ben je dan zo blij geweest met iets wat je al
bezit.
Ondertussen moest Hans de sleutels van de huurauto
ophalen omdat één van de medewerkers van Sixt
speciaal voor ons hiervoor zou nablijven.
Wanneer we eenmaal bepakt en bezakt in een hagelnieuwe
maar stampvolle Ford Focus station zitten, gaan
we toch om 2.00 uur weer goedgehumeurd verder
met onze reis naar de rijke visgronden in het
hoge noorden.
Ergens aan de Glomma tussen Tynset en Tolga heeft
Jaco met zijn gezin een huisje gehuurd en wij
zijn per sms uitgenodigd voor het ontbijt.
Hans rijdt de hele nacht door en ondanks de (tot
Hans' ongenoegen) zeer lage maximum snelheid,
weet hij toch een dodelijk slachtoffer te maken.
Na de ter aarde bestelling van het kadaver en
het nodige zoekwerk, vinden we rond 7.30 uur de
fraaie vakantie woning van de familie Griffioen.
Jaco, Anita en Berend ontvangen ons met een zeer
welkom ontbijt. Nadat we de lekkernijen hebben
verorberd en zijn bij gekletst neemt Jaco ons
mee naar twee geschikte plekken langs de Glomma
om ons kamp op te slaan.
We kiezen voor een stuk genaamd Tømmervelta, deze
was namelijk aanbevolen door rivierkeeper Hein
van Aar.
We bedanken Jaco, die weer lekker gaat vissen
en nadat wij de CO-OP in Tolga hebben leeg gekocht
bouwen wij met militaire precisie ons basiskamp
op.
Eén van de tentjes werd zelfs in het struweel
geplaatst en was zelfs door de eigenaar nog nauwelijks
terug te vinden. Ook werd er van een tarp en een
stuk bouwzeil een gemeenschappelijke schuilplaats
gemaakt om de regen uren droog door te brengen.
Deze was, god zij dank, niet nodig.
Wat ook zeer comfortabel was, is dat de landeigenaar
een goed zittende houten bank had neergezet voor
vermoeide wandelaars. Uiteraard werd deze onmiddellijk
door ons geconfisqueerd en kreeg een strategische
plek bij de stookplaats.
Het was nu ondertussen woensdag aan het begin
van de middag, We hadden de reis erop zitten,
de boodschappen gehaald, vergunningen op zak en
onze tenten met de "warme bedden" stonden klaar.
We konden nu eindelijk beginnen
met hetgeen waar voor we gekomen waren: VLIEGVISSEN.
Hierover meer in deel 4.
|
|
|