Ik rij om half negen in de ochtend richting de
Randmeren.
Het plan is om vanuit de bellyboot te gaan snoeken.
Als ik op mijn thermometer in de auto kijk zie
ik de temperatuur steeds verder zakken naar uiteindelijk
-7C. Al het water dat ik onderweg zie is dicht
gevroren en ik hou mijn hart al vast of dit nog
wel goed zal komen.
Als ik om half tien mijn auto neerzet bij de brug
besef ik dat het nog wel eens heel lastig kan
gaan worden vandaag. Onder de brug is een wak
maar verder ligt alles dicht. Ik schenk een bakkie
in en wacht op Michel en Dick die al vrij snel
arriveren. We overleggen wat eventueel de mogelijkheden
zijn om toch nog aan de gang te gaan.
Een kwartiertje verderop is een flinke brug en
de strook onder de brug is ijsvrij dus wagen we
het erop.
Dik een uur vissen we er lustig op los. We genieten
van het prachtige winterlandschap.
We zien hertjes en ijsvogeltjes, maar we beseffen
toch ook dat het hier niet zal gaan lukken omdat
we alle drie geen aasvisje op ons scherm hebben
waargenomen.
We gaan er weer uit, nemen een soepie en nippen
van wat Iers visserstroost. Ik houd er al rekening
mee dat mijn visdag hierbij als beëindigd mag
worden beschouwd, ware het niet dat Dick nog één
stek uit de hoge hoed tovert.
Weer een kwartier rijden verderop is nog een grote
brug. Daar aangekomen zien we dat weer de strook
onder de brug ijsvrij is maar dit keer voelt het
meteen bij ons alle drie goed.
Mooi helder en diep water met veel obstakels.
Nog voordat er een hengel is uitgegooid vis ik
op aanwijzing van Dick een motor kettingzaag uit
het water. Dat is al de eerste meter met scherpe
tandjes.
Het is ondertussen rond de klok van tweeën, de
temperatuur is opgelopen tot boven het vriespunt
en het zonnetje maakt het zo warm dat de handschoenen
en de sjaal in de auto achterblijven.
Wat zich de komende drie uur hier afspeelt is
ongelofelijk. Ik heb nog nooit zoveel mooie en
grote snoeken op één middag zien vangen.
Er waren krachtpatsers bij die de aftma 10 hengel
hoepeltje rond trokken en de strak afgestelde
reel lieten zingen.
Het was een geweldig snoekfeest die je de koude
voeten deed vergeten. We hebben met ons drieën
in die paar uurtjes tijd acht fantastische, puntgave
snoeken gevangen, drie daarvan gingen over de
meter, één was 85 cm en de rest waren dikke negentigers.
Het gezegde: "snoeken is zoeken" was deze dag
wel heel erg van toepassing.
|
|
|